Heester en vaste planten
Heesters worden om een viertal redenen gesnoeid:
1. De zogenaamde verjongingssnoei: De oudste twijgen worden uit de plant gesnoeid. De plant blijft hierdoor zijn groeikracht behouden en de plant blijft gezond. Met behulp van een takkenschaar kan deze snoei prima uitgevoerd worden.
2. Concurrentie snoei: De plant wordt in omvang terug genomen dit om er voor te zorgen dat de plant weer vrij staat. Bij deze snoeimethode is het wel belangrijk dat de natuurlijke groeivorm behouden blijft. Gebruik hiervoor dus geen heggenschaar maar gewoon een snoeischaar.
3. Vormsnoei: De plant wordt in die vorm gesnoeid die wenselijk geacht wordt. Hierbij kan gedacht worden aan Piramide, bol vormen en de natuurlijke vormen. Voor taxus en buxus vormen kan het best de handheggenschaar gebruikt worden om deze in model te knippen.
4. Bloei-/vruchtsnoei: Deze snoeimethode wordt veel toegepast bij sierheesters en fruitbomen om de bloei en vruchtdracht te bevorderen. Belangrijk hierbij is om te weten op welk hout de plant bloeit. Is dit op 1 jarig hout of is dit op meerjarig hout. Laat bij het snoeien ook niet al het vruchthout zitten want veel vruchten geven kleine vruchten. Belangrijk is ook dat de plant niet te hard gesnoeid wordt, wanneer dit gebeurt zal de plant lange groeischeuten maken en zal er van de bloem/vruchtvorming weinig terechtkomen.
De voorjaarsbloeiers bloeien op het hout dat het vorig jaar is gegroeid. Deze planten worden direct na de bloei teruggesnoeid. De eenjarige twijgen op deze planten laten we staan. De oudere takken worden zo diep mogelijk afgesnoeid, liefst tot vlak boven de grond. Is er maar weinig jong schot vanuit de grond ontsproten dan worden de uitgebloeide takken tot de laagst geplaatste jonge twijgen afgeknipt.
De Zomerbloeiers worden in de winterperiode van november t/m maart gesnoeid. De Zomerbloeiers bloeien op het zogenaamde jonge hout. Deze struiken worden over het algemeen egaal teruggeknipt. Zo kunnen deze planten wel tot twintig cm boven de grond worden teruggesnoeid.
Het snoeien van rozen wil ik even apart beschrijven omdat deze snoei extra zorg vraagt. Deze snoei is er op gericht om zoveel mogelijk licht tot het hart van de rozenstruik te laten doordringen. Probeer drie tot vijf twijgen die het jaar er voor gegroeid zijn over te houden.
Kies deze twijgen zo dat je de dikste twijgen die zo ver mogelijk uit elkaar staan overhoudt. Al de kleine scheuten, dood hout en wilde scheuten worden verwijderd. De overblijvende twijgen worden zo’n 15 cm bovengronds afgesnoeid.
Om de bloei tijdens het seizoen te bevorderen worden de twijgen met de uitgebloeide bloemen teruggesnoeid tot het eerstvolgende gezonde vijfblad.
Hagen worden meerdere malen per jaar gesnoeid. Hoe vaker een haag gesnoeid wordt des te voller wordt de haag. Het is overigens wel verstandig om de hagen minimaal twee keer per jaar te snoeien. U kunt de hagen het beste snoeien als de nieuwe scheuten gevormd zijn, rond mei en een keer voor eind augustus. Om de hagen dicht te laten worden is het raadzaam om de twijgen ongeveer 1 cm boven de oude snoeiwond weer af te knippen met een heggenschaar.